top of page
Top

Serie Omstreeks

In de aanloop naar het openluchtspel ‘In de schaduw van de rômfabriek’, wordt in weekblad Omstreeks een serie van 5 achtergrondverhalen gepubliceerd. Deze mooi opgestelde verhalen schetsen een goed beeld van de situatie tussen 1940 en 1945 waarop het toneelstuk is gebaseerd. 

De teksten zijn door schrijver Henny Lenkens opgesteld na lang en uitvoerig achtergrondonderzoek en interviews met de nog levende betrokken personen danwel familieleden. Deze achtergrondverhalen hebben als basis gestaan voor de tekst en enscenering van het toneelstuk. 

Een "must-read" voor alle belangstellenden die de voorstellingen komen bezoeken!

De Sambeeksche Hoek in de bezettingstijd

De Sambeeksche Hoek was een aparte enclave tussen Sint Anthonis en Oploo. Net als de Twist en Stevensbeek maakte de buurtschap tot mei 1942 deel uit van de gemeente Sambeek. Toen die gemeente werd opgeheven, viel de buurtschap plotseling onder de gemeente Oploo c.a., welke met heel Nederland vanaf mei 1940 onder Duits bewind stond.


Veel last hadden de ‘hoekers’ in de beginjaren van de oorlog niet van de Moffen, zoals de Duitsers in de volksmond werden genoemd. Af en toe passeerde een voertuig of motor, maar verder hadden ze er weinig te zoeken. Boerinnen deden hun boodschappen bij buurtwinkel Jan Hendriks, mannen hadden in het nevengelegen café hun wekelijkse rikavond. De trots van de buurtschap was de rômfabriek, waar melk van de boeren uit de omstreken werd verwerkt tot roomboter.


Spannend werd het in 1943, toen geallieerde bommenwerpers over denderden om vanuit Engeland Duitse doelen te bestoken. Hitler liet een luchtverdedigingslinie inrichten, met radars en zoeklichten. Via een radioverbinding werden jachtvliegtuigen aangestuurd om de bombers vroegtijdig neer te halen.


Omdat de Sambeeksche Hoek ook in deze verdedigingsband lag, verrees in de herfst van 1943 aan het Rondveld een Feldpost met zoeklicht en afweergeschut, in de volksmond al snel ‘Moffenhuisje’ genoemd. Een doeltreffend ‘tegenwapen’ van de Engelsen tegen de radars (reepjes zilverpapier uitstrooien vanuit vliegtuigen) maakte de Duitse luchtafweer waardeloos en de posten werden ontmanteld.


De luchtaanvallen en een groeiende tegenwerking van de bevolking maakte de bezetter steeds onzekerder. De milde koers kantelde naar meedogenloosheid. Radio’s moesten worden ingeleverd, er werd er een avondklok ingesteld (‘Sperrstunde’), woningen en voertuigen moesten worden verduisterd. Voedsel en andere goederen werden schaarser, ook in de winkelschappen van Jan Hendriks. De bittere Duitse koers bleek ook in Sint Anthonis dé voedingsbodem voor de organisatie van verzet.

Een Duits zoeklicht met bedienend personeel zoals dat tussen eind 1943 en medio 1944 stond opgesteld bij het ‘Moffenhuisje’ aan het Rondveld.
Deel 1: De Sambeekse Hoek bezet

Winkel, bakkerij en café Jan Hendriks

Een sprekende foto, gemaakt in 1940, is het laatste complete portret van het gezin van middenstander Jan Hendriks, want binnen één jaar na dat fotomoment overleed zijn echtgenote Jaan Hendriks-Hermens. Met hulp van zijn drie vlijtige dochters kon hij de kruidenierswinkel, bakkerij en café toch voortzetten.

Voor de Sambeekse Hoek was de zaak aan Den Hoek 11 die Jan Hendriks in 1912 kocht van de familie Schiks ongetwijfeld het centrum van de buurtschap. Niet alleen konden de bewoners hier brood en kruidenierswaren kopen, maar hier werden ook de laatste nieuwtjes uitgewisseld. De vrouwen buurten in het knusse winkeltje, de mannen zochten het ernaast gelegen café op. “Ik ga naar Jan Hendriks”, was een gevleugelde uitspraak in de buurtschap. In het café werd door buurtbewoners gekaart (rikken), maar het was ook de vaste vergaderplaats van het bestuur van de ernaast gelegen zuivelfabriek De Eendracht, het Veefonds en andere boerenorganisaties. Logisch dat deze zaak en zijn bewoners in september prominent aanwezig zijn in het openluchtspel ‘In de schaduw van de rômfabriek’.


Jan Hendriks, die zelf brood bakte, was bij het overlijden van Jaan op 57-jarige leeftijd weduwnaar geworden. Zijn vlotte dochters Nolda, Miet en Nella, die in 1944 respectievelijk 31, 27 en 24 jaar oud waren, hadden de taken verdeeld. Miet en Nella bedienden de klanten in de winkel en in het café en Nolda bezorgde het brood en deed de huishouding. En als het nodig was, sprongen ze elkaar bij.


In 1944, toen de oorlog ook aan Den Hoek op zijn hevigst was, werden de kruidenierswaren schaars. “Alles is op de bon”, zei de bevolking over het landelijke systeem van distributiebonnen. Suiker, koffie en tabak waren alleen op rantsoen te krijgen, maar voor brood klopten de buurtbewoners nooit tevergeefs aan bij Jan Hendriks. Met hard werken en zuinigheid wist het gezin zich door de oorlog te slepen.

Een zondagse foto van het gezin van middenstander Hendriks in 1940. Zittend Jan en Jaan Hendriks-Hermens, staand v.l.n.r. hun dochters Miet, Nella en Nolda.
Deel 2: middenstander Jan Hendriks

Coöperatieve zuivelfabriek De Eendracht

De coöperatieve zuivelfabriek De Eendracht, in de volksmond rômfabriek genoemd, werd in 1907 opgericht en in gebruik genomen. De fabriek verwerkte melk van aangesloten boeren uit de vijf kerkdorpen van de gemeente Oploo c.a. en die uit De Rips. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was roomboter het hoofdproduct.

De oprichting en vooral de vestigingsplek van de römfabriek had de nodige voeten in de aarde, want Sint Anthonis en Oploo streden om de eer. Uiteindelijk werd gebouwd halverwege de beide dorpen. De uit Friesland afkomstige Herman Miedema, die in Sint Anthonis trouwde met Anne-Marie Schik, werd als directeur aangesteld. Voor hem en zijn gezin werd bij de fabriek aan Den Hoek 10 een bedrijfswoning gebouwd.


Tijdens de oorlog draaide de rômfabriek heel lang door, want de Duitse bezetter liet het begaan. Wel maakten de Moffen die het immense zoeklicht op het Rondveld bemanden, gebruik van de douches van de vijf medewerkers van de fabriek.


In september 1944, toen de geallieerden snel oprukten vanuit België, werd de sfeer grimmiger. Duitsers vluchtten en stalen ook in de Sambeekse Hoek fietsen en alles wat reed. Toen de bevrijders op 25 september de buurtschap passeerden, was de feestvreugde groot. De hoerastemming bleek echter voorbarig. Een fanatieke groep Duitsers, die zich had verschanst bij Overloon, beschoot de ook in de buurtschap opgestelde geallieerden.


Terwijl enkele gezinnen kozen voor evacuatie naar veiliger oorden, bleven anderen manmoedig en plichtsgetrouw op de eigen boerderij. Op initiatief van NCB-voorvrouw Marie van Hoenselaar, Jan Teunissen en directeur Miedema lieten tientallen buurtbewoners zich naar de kelder van de fabriek dirigeren. Het bleek een veilig onderkomen, want toen er ruim twee weken later een einde kwam aan de beschietingen, konden alle aanwezigen levend de schuilplaats verlaten.

Kort na de Tweede Wereldoorlog telde de rômfabriek vijf medewerkers: Thij van de Steeg (staand), Pètje Wientjes (midden). Voor v.l.n.r. Bert Reijnen, Harrie Wientjes en Victor Miedema (zoon van de directeur).
Deel 3: Zuivelfabriek De Eendracht

De boerderij van de familie Teunissen

Het was voor die tijd een riante boerderij, de hoeve waar Jan en Koosje Teunissen bij hun trouwen in 1931 hun boerenbedrijf begonnen. De boerderij aan Den Hoek 17, die de ouders van Koosje in 1908 hadden laten bouwen, was op het oog verder onbeduidend. Op het oog… want in feite was hier in de jaren 1943 en 1944 de geheime ontmoetingsplaats van verzetsleiders. Dat dit adres was gekozen, had alles te maken met het militaire verleden van Jan Teunissen. De leiders van het verzet kenden hem als betrouwbare en discrete landgenoot. In het openluchtspel wordt duidelijk dat Jan en zijn vrouw net even wat meer moed hadden dan veel landgenoten.
 

In 1944 woonden de 39-jarige Jan en zijn eveneens 39-jarige Koosje hier met 8 kinderen (na de oorlog werden nog 2 kinderen geboren), terwijl Koosjes moeder Bertha (73) in 1943 ook bij dit gezin inwoonde. Als veel collega-boeren had Jan een gemengd bedrijf met koeien, varkens, kippen en akkerbouw. Door Sommers, toen 15 jaar jong, werkte in die jaren als meid bij de familie.
 

In de boerderij gaven Jan en Koosje niet alleen onderduikers onderdak, het was ook een stil bolwerk van de ondergrondse ofwel het verzet. Op wisselende tijden verzamelden zich hier in de ‘goei kamer’ eerst ‘Careltje’ (Carel Ninaber van Eijben) en later zijn opvolger ‘Peter Zuid’ (Jan Borghouts), de hoogste verzetsleider voor de drie zuidelijke provincies, maar ook gemeentelijke verzetsmensen als de paters Jan van Rijsbergen en Leo Goossens en de militair geschoolde Frans Balvers. De groep regelde schuiladressen voor onderduikers en vluchtelingen. Voor deze onderduikers werden distributiebonnen geronseld en toen de bezetter in 1944 zijn ware gezicht als onderdrukker liet zien, werden onder leiding van Peter Zuid sabotageacties op touw gezet en zelfs verraders geliquideerd. Voor hun moed en opoffering ontvingen Jan en Koosje Teunissen postuum na de oorlog postuum het Verzetsherdenkingskruis.

Boerderij familie Theunissen
Deel 4: Boerderij Familie Teunissen
Deel 5: Bevrijding met een zwarte rand
Vanaf 25 september 1944 verschijnen de Tommy’s overal in de regio. (foto: collectie Christ Warnar)

Bevrijding met een dikke rouwrand

Het was een koele herfstdag waarbij zonnige perioden werden afgewisseld met een druilerig buitje, maandag 25 september 1944. Toch hadden de inwoners van de buurschap Sambeek-Hoek het gevoel dat het een stralende dag was toen ze vanuit Oploo het aanzwellende geluid van de kilometers lange colonne geallieerde gevechtsvoertuigen hoorden. Uitbundig toegejuicht door de bewoners passeerden de troepen rond 17.00 uur de buurtschap, om verder te trekken naar Sint Anthonis. Door cigarettes en repen chocolate uit te delen en te ruilen tegen fruit, maakten de Tommy’s snel vrienden onder de bevolking. De ‘Hoekers’ waren vrij, vrij, vrij… Zelfs de onderduikers waren uit hun schuilplaats gekropen.


Niemand kon op dat glorieuze moment bevroeden dat het een bevrijding zou worden met een dikke rouwrand. Want nauwelijks waren de Engelsen Sint Anthonis binnengereden of hun gezagvoerder David Silvertop en officier Or sneuvelden.
 

De terugtrekkende Duitsers maakten handig gebruik van de consternatie. Ze hergroepeerden zich bij Overloon en begonnen de bevrijders te bestoken met geschut. De Engelsen plaatsten op de lijn Twist-Oploo-Sambeek-Hoek-Sint Anthonis tientallen tanks en veldgeschut om de Moffen te verdrijven. Dagenlang werd er over en weer hevig geschoten, zonder dat er echt terreinwinst werd geboekt. Ook niet toen de Amerikanen kwamen helpen. “Vee dood, huizen beschadigd, gewonden, ’s nachts blijft alles in kelders”, schrijft Hent Jans in zijn dagboek. In Sambeek-Hoek voltrekt zich een waar drama, wanneer Nella Hoogstraten tijdens het melken getroffen wordt door een Duitse granaat en aan haar verwondingen overlijdt. Zo wordt in de buurtschap een dikke rouwrand getekend rond de bevrijding. Het wordt allemaal breed uitgelicht tijdens het openluchtspel.
 

Als Overloon op 14 oktober eindelijk wordt bevrijd, keert de rust weer. De regio is bevrijd van het Duitse juk, maar grote delen van Nederland moeten nog maanden wachten op de bevrijding. Pas op 5 mei 1945 geef de vijand zich over.

bottom of page